Zes jaar geleden was ik in Rio de Janeiro. Ik wilde op zoek naar het hart van de Bossa Nova, een zachtere, jazzy vorm van de Samba.
Tijdens de reis in het vliegtuig ontmoette ik een Bossa Nova gitarist. Hij nodigde mij uit voor een optreden in een café in Rio de Janeiro.
Ik werd verliefd op de Bossa Nova en schreef op het vliegveld van Rio het nummer ‘Una Hamaca’ (een hangmat). Het gaat over een jongen die in een hangmat ligt en fantaseert over een vrouw die hij heeft ontmoet op het strand. Ik was een beetje stout: het lied is niet geschreven in het Portugees, de standaard voor Bossa Nova, maar in het Spaans en Engels.